EN VERDER: '40 Dagen Challenge'

Wat houdt de ’40 Dagen Challenge’, of uitdaging, precies in en hoe werkt het?

Voorafgaand aan de vastenperiode denkt u al na over welke uitdaging u met uzelf tijdens de vastenperiode aan wilt gaan. En welk bedrag u daarvoor gaat doneren als uw bijdrage aan de Vastenactie.

Drink bijvoorbeeld 40 dagen geen frisdrank en doneer daarvoor 40 x € 1,- aan de Vastenactie. Of minder met het koekje bij de koffie en doneer daarvoor 40 x € 0,50 aan de Vastenactie. U bepaalt dus helemaal zelf waarmee u gaat minderen en welke donatie dat oplevert voor de Vastenactie en de zusters in Zambia.

Tijdens de vastenperiode luidt het motto van de stichting: ‘Even minderen. Voor een ander’. Doe dus mee en help daarmee de zusters en de inwoners van Mbala in Zambia.

Klik hier voor de site van de 40 Dagen Challenge en maak uw eigen 'challenge' aan.

Download hier het persbericht en de campagnefoto om bijvoorbeeld te gebruiken om te publiceren in uw parochieblad.

Begin een nieuwe leefstijl!

Maak in de vastentijd een start met een duurzame levensstijl

De Vastentijd is traditioneel een periode van bezinning. Door minder te eten en drinken ontstaat er ruimte voor zingeving. Tegenwoordig is er zoveel luxe in ons leven, dat er ook andere mogelijkheden zijn om te vasten. Er zijn allerlei manieren om invulling te geven aan de vastentijd. Door soberder te eten, maar ook door bewuster met energie om te gaan. In de ideale wereld verbruiken we minder en zijn we solidair met elkaar

Kook vegetarisch of eet minder vlees: Het dagelijkse stukje vlees is voor velen nog steeds vanzelfsprekend. Toch heeft niet iedere maaltijd vlees nodig. Ga eens langs de visboer of probeer een vegetarisch recept.

Bereid een eenvoudige maaltijd: Een mooie bonensoep met brood of een rijstmaaltijd met een stukje zalm kan een louterend effect hebben.

Koop biologische en/of fair trade producten: In de supermarkt of natuurwinkel liggen steeds meer biologische en eerlijk geproduceerde levensmiddelen. Het kost wat meer, maar is beter voor mens en dier.

Gebruik geen tussendoortjes, koffie of alcohol: Zie eens af van genotmiddelen als snacks en alcohol en eet in de vastenperiode alleen wat nodig is.

Neem de tijd om te koken en te eten: Trek weer eens een eigen bouillon of maak een lekkere stoofschotel. Bewuster koken en eten kan een hoop voldoening schenken.

Gooi geen eten weg: Probeer kliekjes te verwerken in een volgende maaltijd en schoon de voorraadkast eens op. Voedsel is niet eeuwig houdbaar!

Sta wat minder lang onder de douche: Lang douchen is lekker, maar beslist niet noodzakelijk. Douche eens wat minder vaak en minder lang, dat scheelt veel energie en is bovendien beter voor uw huid.

Koop alleen spullen die je écht nodig hebt: Nóg een jas, een tas of een paar schoenen? Probeer weerstand te bieden aan die eerste koopimpuls en schaf alleen het hoogst noodzakelijke aan.

Laat de auto staan: Haal de fiets eens uit de schuur voor de boodschappen!

Ga zuinig om met energie: Vervang kapotte lampen voor een spaar- of ledlamp en maak werk van die extra isolatie. En met een extra trui aan, kan de thermostaat makkelijk twee graden lager!

Laat de tv en computer wat vaker uit: Dit is de echte uitdaging. Besteed de gewonnen tijd aan een ouderwets bordspel of een echt gesprek. Bijvoorbeeld over vasten.

Zet de verwarming een graadje lager: trek een warme trui of een dik vest aan!

 

 

 

Vasten.

Vasten en Onthouden. Regels in de katholieke Kerken

Volgens de geboden van de Katholieke Kerk moeten katholieken vanaf 14 jaar zich op vrijdagen en enige andere dagen, zoals Aswoensdag, onthouden van het gebruik van vlees of van een ander voedsel volgens de voorschriften van de bisschoppenconferentie (onthoudingsgebod). In het nieuwe kerkelijk wetboek van 1983(canones 1249 t/m 1253) blijft het onthoudingsgebod nagenoeg ongewijzigd: op vrijdagen en op Aswoensdag. Onthouding samen met vasten wordt gevraagd op Aswoensdag en op Goede Vrijdag (vastengebod). Minderjarigen en zestigplussers worden ontheven van het vastengebod. De bisschoppenconferenties hebben de bevoegdheid het onderhouden van vasten en onthouding nader te bepalen en ook andere vormen van boete zoals liefdadigheidswerken en oefeningen van vroomheid geheel of gedeeltelijk in de plaats te stellen van vasten en onthouding.Zo bepaalde de  nederlandse bisschoppenconferentie in 1989:

"Wij bepalen dat Aswoensdag en Goede vrijdag dagen van verplichte vasten en onthouding in spijs en drank zijn en dat verder het bepalen van de wijze van de beoefening van boete en onthouding aan het eigen geweten en initiatief van de gelovigen wordt overgelaten. Aan de plicht tot vasten in de Veertigdagentijd en tot onthouding op de vrijdagen kan worden voldaan, door zich in eten en drinken, in  roken of in andere genoegens duidelijk te beperken. Het geld, dat hiermee wordt uitgespaard, kan bestemd worden voor de naasten die  honger lijden of anderszins gebrek lijden. Het is voorts passend, dat men zich in de Veertigdagentijd meer dan anders wijdt aan werken van christelijke  naastenliefde en met meer toeleg in de Bijbel leest."

Opmerkelijk is dat op de grote synode van de orthodoxe kerken (in 2016 op Kreta) gehouden het eerste document ging over het vasten. Alle orthodxe kerken hebben het onderschreven ook de vier die afwezig waren. Het gebruik om te vasten om tot in keer en gebed te komen is in alle orthodoxe kerken groot. (meer info volgt)

   

Vastenbrief 2019 Willem Kardinaaal Eijk, Aartsbisschop van Utrecht

Willem kardinaal Eijk
Aartsbisschop van Utrecht

 

 Vastenbrief voor de Veertigdagentijd 2019 

‘De ongemakkelijke Waarheid’

Willem kardinaal Eijk, aartsbisschop van Utrecht 

 
 
 De Veertigdagentijd die vandaag met Aswoensdag is begonnen, is een tijd van vasten en verstilling. Door in deze periode op allerlei terreinen minder te consumeren en door het lawaai des levens te vermijden, ontstaat er ruimte. Daarmee is de Veertigdagentijd wel te vergelijken met een vakantie. Het woord ‘vakantie’ is immers verwant aan het Latijnse vacare (vrij zijn) en dat wordt in de christelijke traditie veelal verbonden met God: vacare Deo, vrij zijn voor God. De vakantie dus als vrije ruimte, waarin we ons openstellen en innerlijk vrij maken voor de ontmoeting met God. En dat nu is precies waarvoor de Veertigdagentijd dient.
 
Als ‘sterke tijd’ biedt de Veertigdagentijd in de aanloop naar het hoogfeest van Pasen diverse mogelijkheden om te werken aan onze band met Christus: via vasten, bidden en het geven van aalmoezen. Dat is belangrijk, want onze band met Christus staat tegenwoordig onder grote druk. Zo kent onze hectische samenleving een schier eindeloze stroom afleidingen, vooral door de sociale media, waardoor we vaak bezig zijn met gebeurtenissen buiten ons en aan ons innerlijk leven te weinig toekomen. Daarnaast is het geloof steeds minder aanwezig in het publieke domein. Toch blijft Christus ook in deze moeilijke omstandigheden steeds een beroep op ons doen. Hij laat ons niet met rust. Christus is de ongemakkelijke Waarheid, die onze zogenaamde zekerheden bevraagt. Hij daagt ons voortdurend uit om niet de puur menselijke maat te hanteren, maar Zijn voorbeeld na te volgen. Hij zegt over Zichzelf: “Ik ben de weg, de waarheid en het leven. Niemand komt tot de Vader tenzij door Mij” (Joh. 14,6). In de Evangelies komen we herhaaldelijk passages tegen waarin Christus de lat anders en vaak hoger legt dan men tot dan toe gewend was. Maar Hij geeft ook de kracht om in Zijn voetsporen te treden. Sterker nog: Hij is die kracht in eigen Persoon. Daarom moeten we onszelf opzij durven zetten waardoor Jezus in ons een steeds grotere ruimte en vrijheid kan vinden om in ons innerlijk aanwezig en werkzaam te zijn. Dat bedoelt Johannes de Doper als hij zegt: “Hij moet groter worden maar ik kleiner” (Joh. 3,30). Of zoals Paulus het zegt in zijn Brief aan de Galaten: “Ikzelf leef niet meer, Christus is het die leeft in mij” (Gal. 2,20). Dat is in deze individualistische tijd, waarin maar al te vaak de eigen persoonlijkheid wordt gevierd en bewierookt, een atypische en niet altijd even welkome boodschap. 
 
Om Christus na te volgen is het wel nodig innerlijk een levende relatie met Hem te onderhouden. Daartoe is naast het vieren van de Eucharistie, waardoor we Hem onder de gedaanten van brood en wijn in ons innerlijk ontmoeten en ontvangen, het gebed in de “binnenkamer” (Mat. 6,6; het Evangelie van Aswoensdag) van levensbelang. De binnenkamer is een beeld van ons innerlijk leven. Juist de verstilde Veertigdagentijd 
kan ons helpen de rijkdom van het gebedsleven te (her)ontdekken. Dat vraagt inspanning en geduld. Wie bidt, komt er namelijk al snel achter dat God geen automatiek is. De oplossingen voor je problemen en de antwoorden op je vragen liggen niet voorverwarmd achter glazen deurtjes die opengaan na een gebed. Het is geen ‘eten uit de muur’. Een gebedsleven is méér dan de Heer om hulp vragen, al zijn zulke gebeden zeker belangrijk. Paus Franciscus zegt over het gebed: “Het is op de eerste plaats dialoog, een persoonlijke relatie met God. De mens is geschapen als een wezen in persoonlijke verhouding tot God die zijn volledige verwerkelijking slechts vindt in de ontmoeting met zijn Schepper. De weg van het leven loopt naar de definitieve ontmoeting met de Heer” (Algemene audiëntie 15 november 2017).
 
Christus zou je tijdlijn moeten zijn, met Hem zou je voortdurend biddend in contact moeten staan. Hem zou je steeds statusupdates moeten sturen – innerlijke berichten over wat je bezighoudt. En anders dan bij sociale media hoef je je niet beter en succesvoller voor te doen dan je bent. Naast je hoogtepunten die je in dankbaarheid met Hem kunt delen, kun je bij Hem óók terecht met je dieptepunten. Met Hem kun je je hele leven delen. En je kunt Zijn leven overwegen in het bidden van de rozenkrans. Maar ook stil zijn is gebed – comfortabele stilte zoals die tussen goede vrienden bestaat. Paus Franciscus zegt daarover tijdens diezelfde audiëntie: “Bidden is, zoals elke ware dialoog, ook altijd: stil kunnen zijn – dialogen kennen momenten van stilte – in stilte bij Jezus zijn. … De Evangelies tonen ons Jezus die zich op afgelegen plaatsen terugtrekt om te bidden. Wanneer de leerlingen die innige verhouding van Jezus met de Vader zien, voelen ze het verlangen om daaraan deel te kunnen hebben en vragen Hem: ‘Heer, leer ons bidden’ (Luc. 11,1).”
 
Het antwoord van Christus op die vraag is het gebed dat Hij in het Evangelie aan Zijn leerlingen en dus ook aan ons gegeven heeft en dat we nog altijd bidden: het Onze Vader – niet voor niets het Gebed des Heren genoemd. Ook Christus ging in dialoog met Zijn Vader, daarbij steeds op zoek naar het antwoord op de vraag hoe Hij zich kon laten leiden door de wil van Zijn Vader. En Hij bleef bidden tot het einde toe: op eenzame plaatsen, waar Hij de stilte zocht die voor het innerlijk gebed nodig is, in de Hof van Olijven en tijdens Zijn laatste uren aan het Kruis.
 
Paus Benedictus XVI hield in 2011-2012 een reeks catecheses over het gebed. In één van deze catecheses (30 november 2011) vroeg hij zich af: “Als we Jezus’ gebed van nabij bekijken, moet in ons een vraag opkomen: en ik, hoe bid ik? Hoe bidden wij? Hoeveel tijd besteed ik aan mijn relatie met God?” De paus wees vervolgens op het belang van het biddend lezen van de Heilige Schrift, de lectio divina. “Luisteren, mediteren, de stilte bewaren tegenover de Heer die spreekt, is een kunst die men leert door ze standvastig te beoefenen.” 
 
En ook dan kan iemand periodes doormaken waarin het gebed vruchteloos schijnt. De woorden klinken dor en lijken niemand te bereiken. Zelfs de heilige Moeder Teresa worstelde jarenlang hiermee. Op de vraag “Waar vond moeder Teresa de kracht en het doorzettingsvermogen om zichzelf volkomen te wijden aan het dienen van anderen?,” antwoordde paus Johannes Paulus II in een toespraak op 20 oktober 2003 tot de
pelgrims die voor haar zaligverklaring naar Rome waren gekomen: “Zij vond het in gebed en in de stille beschouwing van Jezus Christus, zijn Heilig Hart.” De postulator, degene die verantwoordelijk was voor haar zaligverklaringsproces, deelde mee dat moeder Teresa gedurende een periode van vijftig jaar gebukt ging onder geloofstwijfels en in haar innerlijk leegheid en duisternis ondervond. Moeder Teresa’s ervaringen leren ons dat het bij het stil innerlijk gebed niet primair om mooie en aangename gevoelens gaat. Als die ontbreken – en dat kan soms gedurende lange tijd het geval zijn – kunnen we wel degelijk een vruchtbaar innerlijk gebedsleven hebben. Geduld en volharding zijn in zulke periodes cruciaal. Door middel van meerdere parabels leert Jezus ons dat we volhardend moeten zijn in het gebed. Als mensen, ondanks al hun feilen, vrienden wegens hun aandringen toch geven wat ze vragen of als ouders verzoeken van hun kinderen inwilligen, “hoeveel te meer zal dan uw Vader in de Hemel de heilige Geest geven aan wie Hem erom vragen” (Luc. 11,13).
 
De Veertigdagentijd is bij uitstek geschikt om ons ‘voor God vrij te maken’, elke dag de binnenkamer van ons innerlijk leven te zoeken om ons gebedsleven (weer) vrucht te laten dragen tot ver na de Vastentijd. In voor- en tegenspoed, zoals ook paus Benedictus XVI in zijn catechesereeks benadrukte: “Ons bestaan en onze levensweg worden, dat weten we allemaal, dikwijls getekend door moeilijkheden, onbegrip en lijden. In de trouwe relatie met de Heer, in het voortdurende, dagelijkse gebed kunnen ook wij de vertroosting die van God komt, concreet ervaren. Dat versterkt ons geloof omdat ons dit Gods ‘ja’ aan de mens concreet laat ervaren, aan ons, aan mij, in Christus; dat laat ons de trouw van Zijn liefde voelen die gaat tot de gave van Zijn Zoon op het kruis.”
 
Ik wens u van harte een gezegende Veertigdagentijd toe, waarin u hopelijk de blijvende kracht van het dagelijkse gebed in de stilte van uw binnenkamer mag ervaren. 
 
In gebed verbonden,
 
 
 
 
In gebed verbonden,
+ Willem Jacobus kardinaal Eijk,
Aartsbisschop van Utrecht
Utrecht, Aswoensdag 6 maart 2019

VASTENAKTIE

Maak in de vastentijd een start met een duurzame levensstijl

De Vastentijd is traditioneel een periode van bezinning. Door minder te eten en drinken ontstaat er ruimte voor zingeving. Tegenwoordig is er zoveel luxe in ons leven, dat er ook andere mogelijkheden zijn om te vasten. Er zijn allerlei manieren om invulling te geven aan de vastentijd. Door soberder te eten, maar ook door bewuster met energie om te gaan. In de ideale wereld verbruiken we minder en zijn we solidair met elkaar

Kook vegetarisch of eet minder vlees: Het dagelijkse stukje vlees is voor velen nog steeds vanzelfsprekend. Toch heeft niet iedere maaltijd vlees nodig. Ga eens langs de visboer of probeer een vegetarisch recept.

Bereid een eenvoudige maaltijd: Een mooie bonensoep met brood of een rijstmaaltijd met een stukje zalm kan een louterend effect hebben.

Koop biologische en/of fair trade producten: In de supermarkt of natuurwinkel liggen steeds meer biologische en eerlijk geproduceerde levensmiddelen. Het kost wat meer, maar is beter voor mens en dier.

Gebruik geen tussendoortjes, koffie of alcohol: Zie eens af van genotmiddelen als snacks en alcohol en eet in de vastenperiode alleen wat nodig is.

Neem de tijd om te koken en te eten: Trek weer eens een eigen bouillon of maak een lekkere stoofschotel. Bewuster koken en eten kan een hoop voldoening schenken.

Gooi geen eten weg: Probeer kliekjes te verwerken in een volgende maaltijd en schoon de voorraadkast eens op. Voedsel is niet eeuwig houdbaar!

Sta wat minder lang onder de douche: Lang douchen is lekker, maar beslist niet noodzakelijk. Douche eens wat minder vaak en minder lang, dat scheelt veel energie en is bovendien beter voor uw huid.

Koop alleen spullen die je écht nodig hebt: Nóg een jas, een tas of een paar schoenen? Probeer weerstand te bieden aan die eerste koopimpuls en schaf alleen het hoogst noodzakelijke aan.

Laat de auto staan: Haal de fiets eens uit de schuur voor de boodschappen!

Ga zuinig om met energie: Vervang kapotte lampen voor een spaar- of ledlamp en maak werk van die extra isolatie. En met een extra trui aan, kan de thermostaat makkelijk twee graden lager!

Laat de tv en computer wat vaker uit: Dit is de echte uitdaging. Besteed de gewonnen tijd aan een ouderwets bordspel of een echt gesprek. Bijvoorbeeld over vasten.

Zet de verwarming een graadje lager: trek een warme trui of een dik vest aan!