september 2017
Boodschap van Zijne Heiligheid Paus Franciscus voor de Mondiale Dag van Migranten en Vluchtelingen 15 januari 2017.
“Migrantenkinderen, de kwetsbaren en de stemlozen”
Geliefde Broeders en Zusters,
"Wie een van zulke kinderen ontvangt in Mijn Naam, ontvangt Mij. En wie Mij ontvangt, ontvangt niet Mij, maar
Hem die Mij gezonden heeft." (Mc 9,37; cf. Mt 18,5; Lc 9,48; Joh 13,20). Met deze woorden brengen de evangelisten aan de christelijke gemeenschap de prediking van Jezus in herinnering: een prediking, die zowel inspireert als uitdaagt. Deze tekst schetst het
veilige pad dat leidt tot God: het begint met het geringste en, door de genade van onze Verlosser, groeit het uit tot het daadwerkelijk verwelkomen van anderen. Gastvrij willen zijn is een noodzakelijke voorwaarde om deze levenstocht tot een concrete werkelijkheid
te maken: God maakte zich één van ons. In Jezus werd God een kind. De openheid van het geloof in God, waardoor de hoop wordt gevoed, vindt zijn uitdrukking in een liefdevolle nabijheid bij het kleinste en het zwakste. Liefdadigheid, geloof en
hoop zijn allen actief aanwezig in de geestelijke en lichamelijke werken van barmhartigheid, zoals wij opnieuw hebben ontdekt gedurende het recente Buitengewoon Jubileum.
De evangelisten echter staan ook stil bij de verantwoordelijkheid van de
mens die handelt ten koste van de barmhartigheid: "Maar wie één van deze kleinen die op Mij vertrouwen ten val brengt, kan beter met een molensteen om zijn nek in volle zee gegooid worden" (Mt 18,6; cf. Mc 9,42; Lc 17,2). Hoe kunnen wij stilzwijgend
voorbij gaan aan deze ernstige waarschuwing als wij de uitbuiting zien, gepleegd door gewetenloze mensen? Zulke uitbuiting brengt schade toe aan jonge meisjes en jongens, die de prostitutie of de modderpoel van pornografie worden ingedreven; die als kind tot
slaaf worden gemaakt als kind-arbeiders of kindsoldaten; die betrokken raken bij drugssmokkel of bij andere vormen van criminaliteit; die gedwongen worden om conflict en vervolging te ontvluchten op het gevaar af in isolement en verlatenheid te geraken.
Het is om deze reden, dat ik bij gelegenheid van de jaarlijkse Mondiale Dag voor Migranten en Vluchtelingen mij gedwongen voel de aandacht te richten op de werkelijkheid van de migrantenkinderen, in het bijzonder voor degenen die alleen staan. Aldus
vraag ik een ieder om zorg te dragen voor de jongeren, die op drievoudige wijze weerloos zijn: zij zijn kinderen, zij zijn vreemdelingen, en zij hebben niet de middelen om zichzelf te beschermen. Aan een ieder vraag ik diegenen te helpen, die om verschillende
redenen gedwongen zijn ver van hun vaderland te leven en die gescheiden zijn van hun gezinnen.
Heden ten dage is migratie niet een gegeven dat beperkt is tot bepaalde gebieden van de planeet. Het treft alle continenten en het ontwikkelt zich tot
een tragische situatie van wereldomvattende proporties. Niet alleen degenen die op zoek zijn naar menswaardig werk of betere levensomstandigheden hebben hier mee te maken maar ook de mannen en vrouwen, de ouderen en de kinderen, die gedwongen worden hun huizen
te verlaten in de hoop veiligheid, vrede en geborgenheid te vinden. Onder hen zijn het allereerst de kinderen die de zware tol van de migratie betalen, bijna altijd veroorzaakt door geweld, armoede, omstandigheden van het milieu alsook door de negatieve aspecten
van de globalisering. De ongebreidelde concurrentie ten dienste van snelle en gemakkelijke winst brengt de vrucht van boosaardige plagen met zich mee zoals kindersmokkel, uitbuiting en misbruik van minderjarigen en in het algemeen het ontnemen van rechten,
welke inherent zijn aan de kindertijd, zoals bekrachtigd door het Internationale Verdrag inzake de rechten van het kind.
Gegeven hun kwetsbare aard hebben de kinderjaren unieke en onvervangbare behoeften. Boven alles is er het recht op gezonde
en veilige gezinsomstandigheden, waarin een kind kan opgroeien onder de leiding en naar het voorbeeld van een vader en een moeder; vervolgens is er het recht en de plicht voldoende onderwijs te ontvangen, vooreerst in het gezin en ook op school, waar kinderen
kunnen opgroeien als personen en als bouwers aan hun eigen toekomst en aan de toekomst van hun respectievelijke landen. In werkelijkheid is in vele gebieden van de wereld lezen, schrijven en elementaire rekenkunde nog het privilege van slechts weinigen. Verder
hebben alle kinderen recht op ontspanning; in één woord, zij hebben het recht om kinderen te zijn.
Vooralsnog vormen onder migranten de kinderen de meest kwetsbare groep omdat, als zij het leven dat vóór hen ligt onder
ogen zien, zij onzichtbaar en stemloos zijn: hun hachelijke situatie berooft hen van registratie, zodat zij voor de ogen van de wereld onbekend zijn; de afwezigheid van volwassenen om hen te begeleiden voorkomt, dat hun stemmen klinken en worden gehoord. Op
deze wijze eindigen kind-migranten op het laagste niveau van menselijk verval, waar onwettigheid en geweld de toekomst van teveel onschuldigen verwoesten, terwijl het netwerk van kindermisbruik moeilijk open te breken is.
Hoe te reageren op deze
werkelijkheid ?
Op de eerste plaats moeten wij ons ervan bewust worden, dat het gegeven van migratie niet zozeer verwant is aan de heilsgeschiedenis maar eerder er deel van uitmaakt. Eén van Gods geboden staat er mee in verband: "U mag een
vreemdeling niet slecht behandelen en hem het leven niet moeilijk maken, want u hebt zelf als vreemdeling in Egypte gewoond" (Ex 22,20); "Ook u moet de vreemdeling uw liefde bewijzen, want u bent zelf vreemdelingen geweest in Egypte" (Deut. 10,19). Dit gegeven
vormt een teken des tijds: een teken dat spreekt over het werk van Gods voorzienigheid in de geschiedenis en in de mensengemeenschap, met een uitzicht op universele eenheid. De problemen en vaak ook het lijden en het verdriet van migratie beoordelend alsook
de moeilijkheden, verbonden met de aansporingen om andere personen een waardig welkom aan te bieden, moedigt de Kerk ons niettemin aan Gods plan te herkennen. Zij nodigt ons uit dit juist te doen bij dit gegeven met de zekerheid dat niemand een vreemdeling
is in de christelijke gemeenschap, welke "alle rassen en stammen en volken en talen" (Apok 7,9) omvat. Iedere persoon is kostbaar; personen zijn belangrijker dan dingen, en de waarde van een instelling wordt gemeten aan
de wijze, waarop het omgaat met
het leven en de waardigheid van mensen, in het bijzonder wanneer zij kwetsbaar zijn, zoals in het geval van migrantenkinderen.
Bovendien dienen wij te werken aan bescherming, integratie en lange termijn oplossingen.
Vooreerst beogen
wij dat iedere mogelijke maatregel wordt getroffen om bescherming en veiligheid van migrantenkinderen te garanderen, want "deze jongens en meisjes eindigen vaak op straat, totaal overgeleverd aan zichzelf en een prooi voor gewetenloze uitbuiters die hen vaak
tot slachtoffer maken van lichamelijk, moreel en seksueel geweld" (Benedictus XVI, Boodschap voor de Mondiale Dag van Migranten en Vluchtelingen, 2008).
Bovendien kan de scheidslijn tussen migratie en mensenhandel zo nu en dan zeer vluchtig zijn.
Er zijn vele factoren die er toe bijdragen migranten kwetsbaar te maken, in het bijzonder als zij kinderen zijn: armoede en het gebrek aan middelen tot overleven - waaraan kunnen worden toegevoegd door de media veroorzaakte onwerkelijke verwachtingen; het
lage niveau van geletterdheid; onbekendheid met het recht, met de cultuur en vaak ook met de taal van de gastlanden. Dit alles maakt kinderen lichamelijk, geestelijk en psychisch afhankelijk. Maar de sterkste motor, die uitbuiting en misbruik van kinderen
aanjaagt, is de vraag er naar. Als er geen strengere en effectieve actie wordt ondernomen tegen degenen die profiteren van dit misbruik, dan zullen wij niet in staat zijn de veelsoortige vormen van slavernij te stoppen, waarvan kinderen het slachtoffer zijn.
Voor immigranten is het ten gunste van hun eigen kinderen daarom noodzakelijk om steeds nauwer samen te werken met de gemeenschappen die hen verwelkomen. Wij zijn de organisaties en instellingen, zowel kerkelijke als burgerlijke, zeer dankbaar dat zij
tijd en middelen beschikbaar stellen om minderjarigen te beschermen tegen allerlei vormen van misbruik. Het is belangrijk, dat steeds meer doeltreffende en doortastende samenwerking ten uitvoer wordt gelegd, niet alleen gebaseerd op de uitwisseling van informatie
maar ook gebaseerd op de versterking van netwerken, die geschikt zijn om tijdig en ter zake doend ingrijpen te garanderen; daarbij mag niet de kracht worden onderschat, die kerkelijke gemeenschappen in het bijzonder tonen, wanneer zij zijn verenigd in gebed
en broederlijk samenzijn.
Ten tweede dienen wij te werken aan de integratie van kinderen en jongeren die migrant zijn. Zij zijn volledig afhankelijk van de wereld van de volwassenen. De schaarste aan financiële middelen verhindert vaak
de invoering van passend beleid, gericht op ondersteuning en opname. In plaats van de sociale integratie van migrantenkinderen of programma's voor veilige repatriëring onder begeleiding te steunen, probeert men eenvoudigweg de toegang van migranten aan
banden te leggen, waardoor als resultaat illegale netwerken worden bevorderd; dan wel worden immigranten naar hun land van herkomst teruggebracht zonder enige zorg voor hun welzijn. De situatie van migrantenkinderen wordt verslechterd wanneer hun status niet
is geregeld of wanneer zij worden geworven door criminele organisaties. In zulke omstandigheden worden zij meestal naar detentiecentra gezonden. Omdat zij geen geld hebben om een boete of de terugtocht te betalen, is het voor hen niet ongebruikelijk, dat zij
voor lange periodes worden opgesloten, blootgesteld aan verschillende vormen van misbruik en geweld. In deze gevallen moet het recht van staten, om migratiebewegingen te controleren en het algemeen welzijn van het land te beschermen, worden bezien in samenhang
met de plicht de situatie van kind-migranten op te lossen en te regelen. Met een volledig respect voor hun waardigheid moet worden gepoogd aan hun noden tegemoet te komen, wanneer zij alleen zijn. Even zozeer moet worden gepoogd tegemoet te komen aan de noden
van hun ouders, dit ten gunste van heel het gezin.
Van fundamenteel belang is de aanvaarding van passende nationale maatregelen en wederzijds overeengekomen samenwerkingsplannen tussen de landen van oorsprong en bestemming, dit met de bedoeling de oorzaken
van gedwongen emigratie van minderjarigen weg te nemen.
Ten derde doe ik een oprecht beroep op allen, dat lange-termijn oplossingen worden gezocht en aangenomen. Want dit is een complexe problematiek: het probleem van migrantenkinderen moet bij
de bron worden aangepakt. Oorlogen, schendingen van mensenrechten, corruptie, armoede, verstoord ecologisch evenwicht of milieurampen: het zijn allemaal oorzaken van dit probleem. Kinderen zijn de eerste slachtoffers, soms door mishandeling, door ander lichamelijk
geweld en bovendien door morele en psychologische agressie, die vrijwel altijd niet te helen littekens achterlaten.
Daarom is het absoluut noodzakelijk dat de oorzaken, welke de landen van herkomst in gang zetten, worden aangepakt. Als eerste stap
vereist dit de inzet van de gehele internationale gemeenschap om de conflicten en het geweld uit te bannen, die mensen dwingen om op de vlucht te slaan. Vervolgens dienen toekomstgerichte visies te worden ontwikkeld, die geschikt zijn om toepasselijke programma's
voor die gebieden aan te bieden, die door zeer ernstig onrecht en destabilisatie worden getroffen: dit, opdat toegang tot echte ontwikkeling voor iedereen kan worden gegarandeerd. Een dergelijke ontwikkeling dient het welzijn te bevorderen van jongens en meisjes,
die de hoop van de mensheid zijn.
Tenslotte wil ik mij richten tot u, die aan migrantenkinderen en migrantenjongeren begeleiding geeft: zij hebben uw kostbare hulp nodig. Ook de Kerk heeft u nodig en ondersteunt u in de door u zo edelmoedig gegeven
zorg. Wordt niet moe om moedig het Evangelie te beleven, dat u oproept de Heer Jezus te herkennen en te verwelkomen te midden van de kleinsten en meest kwetsbaren.
Alle migrantenkinderen, hun gezinnen, hun gemeenschappen en u die dichtbij hen staat
vertrouw ik toe aan de bescherming van het Heilig Huisgezin van Nazareth. Mogen zij waken over ieder van hen op hun tocht en hen begeleiden. Met mijn gebeden, verleen ik u gaarne mijn Apostolische Zegen.
Vanuit het Vaticaan,8 september 2016. Franciscus