Websites over CHRISTELIJKE SPIRITUALITEIT
https://www.kerknet.be/thema/spiritualiteit
Uit Interview met theoloog Tomas Halik in Trouw 19 maart 2016
Twijfel kan ook tot wanhoop leiden, of althans tot slapeloze nachten. Zowel voor gelovigen als ongelovigen.
"Maar de vragen horen bij ons leven, het maakt deel uit van ons mens-zijn dat ze in ons
opkomen en dat we geen genoegen nemen met zwart-wit schema's. We kunnen de twijfel onderdrukken, maar dat is gevaarlijk. We weten van de psychoanalyse dat datgene wat we onderdrukken niet verdwijnt, maar voortleeft in ons onderbewuste, en ik denk dat zowel
religieuze als atheïstische fundamentalisten niet kunnen leven met hun twijfels."
"Ze projecteren hun twijfels op anderen,
om ze zo te kunnen overwinnen. Wat hierachter schuil gaat, noemt de Franse filosoof Gabriel Marcel het verschil tussen probleem en mysterie. Een probleem kan worden opgelost, een mysterie niet, daar is het te diep voor - er is geen bodem. Bij religie gaat
om mysteries, niet om problemen. Die mysteries moeten we in ons hart bewaren, waar ze groeien en verzorgd worden door de ervaringen van ons leven."
Gaat uw pleidooi voor een leven in paradoxen niet over de
hoofden van veel gelovigen heen? U spreekt over het evangelicalisme als een 'religieuze simplificatiefabriek', maar wat als mensen zich daar bij thuis voelen?
"Het is oppervlakkig en kan de weg niet wijzen naar de kern en de diepte van het christelijk
geloof. Het is kitsch. Je ziet hetzelfde in het politieke populisme: simpele antwoorden op gecompliceerde vragen. Ik kan natuurlijk begrijpen waarom dat verleidelijk is - denken is pijnlijk, zoals Tomas Masaryk al zei, maar toch geloof ik dat het onze plicht is."
Waarom spiritualiteit en mystiek in de moderniteit aan belang winnen
(een gedeelte uit een artikel van Staf Hellemans, zie hieronder)
Het is geen toeval dat er tegenwoordig zoveel over spiritualiteit gesproken wordt en dat mystieke auteurs uit de middeleeuwen vandaag zo bekend zijn. Spiritualiteit
en mystiek hebben sterk aan belang gewonnen. Ze zijn zelfs modieus geworden. Dat is een gevolg van de evolutie van onze maatschappij. Twee ontwikkelingen spelen daarbij vooral een rol: de trend naar individualisering en het functieverlies van kerk en institutionele
religie.
(5) Voor de brede historische evolutie, zie: S. Hellemans, Het tijdperk van de wereldreligies. Religie in agrarische civilisaties en in moderne samenlevingen, Meinema–Pelckmans, Zoetermeer–Kapellen 2007, p. 99–200)
Ten eerste hebben de personen in de Westerse moderne samenleving en zeker in de geavanceerd moderne samenleving van na 1960 een grotere individuele beslissingsbevoegdheid toegeschoven gekregen. Woonplaats, werk, partner en vrienden, vakantie, inrichting
van de woning enz. zijn voorwerp van keuze geworden. En de keuzemogelijkheden worden steeds groter. De keuzestress eveneens. We zijn gedwongen te kiezen, zelfs als we dit niet wensen. Niet veranderen is niet alleen een keuze geworden, het is vaak een heel
moeilijk te realiseren keuze (bijv. zijn baan behouden). De individualisering, die ons allemaal in de woorden van de Duitse socioloog Niklas Luhmann tot ‘geïndividualiseerde individuen’ heeft gemaakt, heeft voor religie - en dus ook voor de
katholieke Kerk -verregaande gevolgen. Zij keert de machtsverhoudingen in de Kerk om: de kerkleiding verliest zijn vroegere disciplinerende en normerende macht, terwijl de gelovige zich afvraagt of hij nog wel zijn gading vindt in de Kerk -en dus op elk moment
kan afhaken. Vele mensen kunnen blijkbaar zonder veel religie leven. Voor diegenen die toch naar religie uitzien, zijn er nu vele alternatieven beschikbaar, zowel institutioneel (andere religies, sekten en religieuze bewegingen) als weinig institutioneel (centra,
boekhandels, internet). Personen kiezen op basis van hun individuele ervaringen. De katholieke Kerk moet dus als aantrekkelijk oord van aantrekkelijke religieuze ervaringen bekend staan of zij wordt niet meer gekozen!
De tweede evolutie noem ik de religiesering
van religie. In voormoderne maatschappijen vervulden de grote religies heel wat taken die nu als niet–religieus worden beschouwd: oord van geletterdheid en wetenschap, bewaarplaats voor recht en herinnering, legitimering en delegitimering van machtsverhoudingen,
centrum van liefdadigheid, arena van maatschappelijke integratie enz. In de middeleeuwen had het christendom, bij ontstentenis van een langdurige seculiere centrale macht zoals het keizerschap in China, dan ook een centrale maatschappelijke betekenis. Het
was letterlijk overal te vinden. Dat laatste gold ook nog voor de periode nadien, zelfs nog in de 19de en 20ste eeuw tot 1960. In Nederland, België en enkele andere landen illustreert de katholieke zuil hoezeer de katholieke religie op velerlei wijze
op elk domein – tot en met een katholieke partij - en tot in elke huiskamer - zelfs tot in het echtelijk bed - wist door te dringen. Het uitoefenen van een dusdanige veelheid aan functies is nu verleden tijd. Met de ontzuiling heeft de katholieke Kerk
veel van zijn invloed en relevantie in politiek, onderwijs, wetenschap, socio–economische belangenbehartiging, vrijetijdsleven enz. verloren. Religie moet nu zijn relevantie bewijzen door de aantrekkingskracht van het religieuze alleen, niet meer door
zijn maatschappelijke macht en prestige, zijn intellectuele overmacht, zijn sociale diensten, zijn cultureel aanbod. Die zijn grotendeels overgenomen door seculiere/geseculariseerde organisaties, diensten en bewegingen. De katholieke Kerk moet, zoals de andere
religies, nu werven met wat steeds haar ‘core business’ is geweest, de relatering van het immanente leven van een persoon aan het Transcendente. Die relatering, zeker wanneer het diepe sporen in de persoon nalaat, heeft nog steeds repercussies
voor het hele leven van de persoon, ook in seculiere sectoren. Maar in tegenstelling tot vroeger is die werking nu indirect, verloopt ze via de in de katholieke kerk individuele persoon en is het niet meer de kerk die als beslissende institutie de draden weeft
met de andere instituties. Een kerk die enkel nog - of toch voornamelijk (bijv. vriendschapsrelaties spelen nog altijd een rol om zich bij een gemeenschap te voegen of er te blijven) - via zijn religieuze kernfunctie aanhang kan winnen en behouden, is verplicht
meer aandacht te besteden aan de bevordering van religieuze ervaringen bij de personen. Ze is zelfs verplicht om positieve religieuze ervaringen te bevorderen, een religieus welbevinden te stimuleren - en negatieve religieuze ervaringen (de uitsluiting uit
het Heilige) te beperken. De hemel wordt nog steeds in het vooruitzicht gesteld, de hel niet meer.
Zowel de religiesering van religie, de reductie tot de kerncompetentie, als de individualisering van de individuen noodzaken de katholieke Kerk dus vooral
sinds de jaren 1960 tot een grotere investering in en aandacht voor spiritualiteit en mystiek. De vraag is of dat voldoende gebeurt en hoe dat kan worden bevorderd.
Naschrift:
Het hele artikel, geschreven door Staf Hellemans is getiteld:
"Spiritualiteit en Mystiek in de katholieke kerk"en is gepubliceerd in een bundel, uitgegeven b.g.v. het afscheid aan de FKT te Utrecht van prof.Dr Jozef Wissink in 2012.
De hele bundel vindt u HIER
"Een katholieke Kerk met toekomst". Bij het afscheid van Jozef Wissink als hoogleraar